Hulpstukken van het ACO Slimline Gootsysteem
Het Aco Slimline Gootsysteem kan in eerste instantie een ingewikkeld systeem lijken, als je geen idee hebt hoe je de diverse hulpstukken moet toepassen. Onderstaande afbeelding vertelt je precies waar de diverse hulpstukken geplaatst moeten worden.
Verwerkingsvoorschriften van het ACO Slimline Gootsysteem
1. Bij gebruik van het ACO Slimline Gootsysteem kun je kiezen voor een zij- of onderuitloop. De zijuitloop is geïntegreerd in de eindplaat, de onderuitloop in een aansluitkoppelstuk. Bij een onderuitloop is het van belang dat het gat, met een diameter van 45 mm, geboord wordt op de positie waar het aansluitkoppelstuk wordt geplaatst. Bij voorkeur doe je dit met de ACO gatenzaag.
Let op: op één onderuitloop dient maximaal 6 meter ACO Slimline aangesloten te worden, op een zijuitloop maximaal 5 meter. Bij aansluiting op een vuilwaterriool dient een sifon, ook wel waterslot genoemd, gecreerd te worden.
2. Voor de fundatie dient een sleuf gemaakt te worden die ongeveer 15 cm diep en 16 cm breed is. De hoogte moet minimaal 5 cm bedragen.
3. Als fundatiemateriaal dient minimaal gestabiliseerd zand, 1:3 cement-zand, toegepast te worden. Je dient een laag gestabiliseerd zand met een dikte van minimaal 5 cm aan te brengen in de sleuf. Zorg ervoor dat deze goed verdicht is. De koppelstukken dienen om de gootelementen geklikt te worden, de eindplaten dienen aan te worden gebracht en vervolgens kan het geheel op de juiste hoogte gesteld worden. Vul de sleuf tot de onderkant van de bestrating aan met gestabiliseerd zand en verdicht deze goed. Belangrijk is om hierbij altijd het rooster in het gootelement te laten zitten.
4. De fundatiestrook rondom de goot dient voorzichtig verdicht te worden. Laat de goot hierbij in zijn oorspronkelijke vorm. In het geval van nieuwe bestrating wordt geadviseerd een draad te spannen voor het bepalen van het hoogteniveau. Het rooster dient daarbij altijd 3 mm onder de draad gesteld te worden. Bij het aanleggen van het gootsysteem in een bestaande bestrating, wordt geadviseerd om een sjabloon met de gewenste hoogte te maken uit hout om af te reien. Bij het aanleggen van de goot langs een opstaande wand, dient de vleugel van het koppelstuk aan die zijde te worden afgebroken.
5. Het gootsysteem is door middel van zagen in te korten tot op iedere gewenste lengte.
6. De eindplaten dienen te worden bevestigd aan de uiteinden van de gootstreng.
Let op: het kan voorkomen dat de gootlengte ten opzichte van het rooster iets afwijkt. Dit komt door het verschil in uitzettingscoëfficient van aluminium (rooster) en kunststof (goot).
7. Met behulp van PVC lijm kunnen alle kunststof onderdelen waterdicht aan elkaar verbonden worden.
8. Het gootsysteem dient, afhankelijk van de gekozen verharding, aangevuld te worden met straatzand of gestabiliseerd zand.