Glasheldere Golfplaten Enkelwandig PVC

Zagen: Het zagen van de platen dient te gebeuren met een fijne hand- of elektrische zaag. Het handzagen dient rustig onder een kleine hoek te gebeuren. Het elektrisch zagen (cirkelzaag) dient te gebeuren met een 40/60 diamant blad met medium snelheid. Het zagen dient zorgvuldig te gebeuren en om enige trilling en spanningen tijdens het zagen tegen te gaan dient de plaat goed ondersteund te worden. Extra aandacht dient er geboden te worden bij het zagen onder lage temperaturen.

Boren: Er dient geboord te worden met lage snelheid. Een standaard metaalboor voldoet en tijdens het boren moet elke vorm van vibratie of spanning worden tegengaan. Extra aandacht dient er geboden te worden bij het boren onder lage temperaturen. Het te boren gat dient altijd minimaal 4 mm groter te zijn dan de diameter van de toe te passen bevestigingsbouten. Men dient er altijd voor zorg te dragen dat het geboorde gat goed afgedicht wordt d.m.v. een afsluiting.

Opslag: Evenals bij andere thermoplast producten, zoals bv. Polycarbonaat, dient men goede aandacht te besteden aan de opslag, vervoer en installatie van PVC Golfplaten. Het is namelijk alom bekend dat onzorgvuldige opslag, vervoer en installatie van de platen leiden tot de belangrijkste klachten. Glasheldere PVC platen dienen horizontaal te worden opgeslagen, bij voorkeur op een vlakke droge ondergrond, of op houten dragers van minimaal 100 mm breed, geplaatst met een maximale afstand van 1000 mm. De maximale hoogte van de gestapelde platen mag niet hoger zijn dan 1000 mm. Bij stapels van platen met verschillende lengten dienen de langste platen onder en de kortste platen boven te liggen. De platen dienen waar mogelijk binnen opgeslagen te worden. Als opslag buiten niet vermeden kan worden dient men met het volgende rekening tehouden: De platen moeten bedekt worden met een reflecterend watervast wit afdekfolie. De platen dienen tegen wind en water verpakt te zijn en instraling van direct zonlicht dient vermeden te worden. Elk direct zonlicht in de stapel platen zal resulteren in zeer hoge temperaturen. Vervorming en sterke verkleuring van de platen zijn hiervan een gevolg.

Montage: Bij het plaatsen dient men de volgende richtlijnen te volgen:

1. Bij montage op houten gordingen dient het hout door en door droog te zijn.
2. De ondergrond waarop de platen gemonteerd worden dient licht van kleur te zijn (het liefst wit). Bij montage op stalen gordingen dienen de gordingen afgeplakt te worden met een reflecterende aluminium tape.
3. Bij montage op daken dient de helling van het dak minimaal 5° te zijn.
4. De platen nooit vastspijkeren of vastnieten! Gebruik altijd de geadviseerde montage methode en boor de gaten zoals voorgeschreven. Montage dient minimaal 50 mm vanaf de rand van de plaat te gebeuren.
5. De platen dienen met de windrichting mee gemonteerd te worden.
6. Let op! De UV-zijde van de plaat is de buitenzijde.

Montage profielplaten (nummers refereren naar de plaatjes):

1. Monteer de vezelcement platen tot aan onderkant en zijkant van waar de lichtplaat komt.
2. Positioneer tijdelijk de vezelcement op de positie boven de lichtplaat.
3. Plaats tijdelijk de lichtplaat op zijn positie, over de vezelcement platen heen.
4. Boor gaten voor op de juiste montage punten.
5. Haal de lichtplaat en vezelcement plaat weg en boor gaten met een 12 mm boortje in de lichtplaat. Boor gaten in de vezelcement platen en verwijder alle stof! Monteer de schuimprofielen op de gordingen.
6. Positioneer de lichtplaat op zijn juiste plek.
7. Tape de bovenkant van de lichtplaat met butyl rubber (snoerkit).
8. Plaats de vezelcement plaat aan de bovenkant van de lichtplaat.
9. Bevestig de platen met de juiste schroeven/bouten.